Limburgse vlaai
Echte Limburgse vlaai
De lekkerste Limburgse vlaaien worden uiteraard gebakken volgens origineel Limburgs recept. Maar wat is nu eigenlijk een echte Limburgse vlaai? Een welke Limburgse vlaaien zijn het lekkerst?
Vanaf 22 januari 2024 is de Limburgse vlaai officieel door Europa erkend als een beschermd streekproduct. De Limburgse vlaai valt daarmee in dezelfde categorie als Goudse kaas, Parmaham en champagne. Een vlaai mag alleen een Limburgse vlaai genoemd worden als het aan een aantal strikte eisen voldoet omtrent het bakproces en het uiterlijk.
Een Limburgse vlaai moet op Limburgs grondgebied (Nederland of België) gebakken zijn. Het moet een dagvers product zijn en mag niet worden ingevroren. Een echte Limburgse vlaai heeft een platte deegbodem gemaakt van gistdeeg. Deze mag maximaal 1 cm dik zijn. De bodem moet dusdanig stevig zijn dat een vlaaipunt uit de hand kan worden gegeten.
De diameter van een Limburgse vlaai ligt tussen de 10 en 30 centimeter. Voor de vulling van vlaai wordt meestal rijst of fruit gebruikt. Bijvoorbeeld pruimen, kersen, abrikozen of kruisbessen. De vlaai is rijk gevuld (naar het spreekwoord 'dun van leer, dik van smeer') en de smaken zijn puur. Een Limburgse vlaai wordt geheel in de oven gebakken. Het achteraf toevoegen van slagroom mag dus officieel niet.
Een echte klassieker is de rijstevlaai (riestevlaoj), ook kruisbessenvlaai (kroonselevlaoj) en pruimenvlaai (proemevlaoj) zijn welbekend.